Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij zeiden: Cornelius, een hoofdman over honderd, een rechtvaardig man, en vrezende God, en die [goede] getuigenis heeft van het ganse [19]volk der Joden, is door Goddelijke openbaring vermaand van een heiligen engel, dat hij u zou ontbieden te zijnen huize, en dat hij van u [20]woorden der zaligheid zou horen. 19. Namelijk waarmede hij gemeenschap had en in welker wet hij onderwezen was, gelijk uit vs.43 blijkt dat hij de profeten geloofde. 20. Of, dingen, zaken; namelijk die de zaligheid aangaan, gelijk door Petrus verklaard wordt; hfdst.11 vs.14.